Aandelen van een vennootschap privé overnemen of via de eigen vennootschap?

Een aandeelhouder-bestuurder van een vennootschap wenst een andere vennootschap over te nemen. We bekijken de fiscale gevolgen zo enerzijds de aandelen van die vennootschap privé worden overgenomen, en anderzijds zo de aandelenvia de eigenvennootschap van die aandeelhouder-bestuurder worden aangekocht.

Een aandeelhouder-bestuurder van een vennootschap wenst een andere vennootschap over te nemen. We bekijken de fiscale gevolgen zo enerzijds de aandelen van die vennootschap privé worden overgenomen, en anderzijds zo de aandelen via de eigen vennootschap van die aandeelhouder-bestuurder worden aangekocht.

I.             De aandelen privé overnemen

De aankoopprijs van de aandelen, zo die in één keer betaald worden, of de aflossingen van de lening voor de overname, zijn privé niet aftrekbaar. De interesten op een lening om aandelen over te nemen zijn in principe wel aftrekbaar, maar wel enkel voor de jaren waarin ‘periodiek’, bv. maandelijks loon uit de overgenomen vennootschap wordt gehaald (art. 52, 11° WIB 92) .

De interesten zijn niet aftrekbaar als de lening wordt gesloten bij de over te nemen vennootschap, of bij een vennootschap die zich daarmee rechtstreeks of onrechtstreeks in een band van wederzijdse afhankelijkheid bevindt, bv. een andere vennootschap waarvan de aandeelhouder-bestuurder tevens  aandeelhouder en/of bestuurder is.

Het geld voor de aankoop van de aandelen kan uit de overgenomen vennootschap in de vorm van dividenden gehaald worden. Daarop moet roerende voorheffing (rv) ingehouden worden van normaal gezien 30%. Het tarief is echter maar 5%, 17% of 20% als de overgenomen vennootschap liquidatiereserves aangelegd heeft (of zal aanleggen). Het zgn. VVPR-bis-tarief van eerst 20% en later 15% (art. 269, §2 WIB 92) is echter niet mogelijk voor dividenden op de overgenomen aandelen, ook niet als de overlater daar wel recht op had. Dit voordelige rv-tarief gaat immers verloren als de aandelen die ervoor in aanmerking komen, verkocht worden.

Wanneer de aandeelhouder-bestuurder tevens bestuurder wordt van de overgenomen vennootschap, kan ook geld uit de overgenomen vennootschap gehaald worden in de vorm van loon. Voor de vennootschap zijn de dividenden geen aftrekbare kosten, terwijl loon dat wel is. Wat in het totaal het duurst is, is afhankelijk van het tarief van de vennootschapsbelasting en de rv en ook van hoeveel belastingen en sociale bijdragen u privé op het loon betaalt.

Wanneer uit de overgenomen vennootschap een brutoloon wordt gehaald dat gelijk is aan het bedrag van de interesten, is dat loon niet belastbaar, aangezien het door de aftrek van de interesten tot nul gereduceerd wordt.

Worden later de aandelen weer met winst verkocht, dan is die winst normaal gezien niet belastbaar. Een verlies op de verkoop is anderzijds niet aftrekbaar.

De meerwaarde is wel belastbaar tegen 33% (als zgn. divers inkomen) wanneer de verkoop of de inbreng geen normale verrichting van het beheer van een privévermogen is (art. 90, 9° eerste streepje WIB 92) . Die meerwaarde of winst is belastbaar tegen 16,5% als u de aandelen verkoopt aan een niet-EU-vennootschap (art. 90, 9° eerste streepje WIB 92) .

 

II.           De aandelen overnemen via een vennootschap

Koopt de eigenv ennootschap van de aandeelhouder-bestuurder de aandelen, dan zijn voor zijn vennootschap de aankoopprijs van de aandelen of de aflossingen van de lening niet fiscaal aftrekbaar en voor de aandeelhouder-bestuurder privé evenmin. De interesten op het overnamekrediet zijn in principe wel aftrekbaar, ook als de overnemende vennootschap geen inkomen haalt uit de overgenomen vennootschap. Wanneer de overgenomen aandelen ten minste 75% vertegenwoordigen van het gestort kapitaal van de overgenomen vennootschap, tellen ze niet mee om te bepalen of de overnemende vennootschap een financiële vennootschap is die uitgesloten is van het verlaagd tarief (art. 215, lid 3, 1° WIB 92) .

De overgenomen vennootschap zal wel uitgesloten zijn van het verlaagd tarief omdat ten minste de helft van haar aandelen in handen zullen zijn van een andere vennootschap (art. 215, lid 3, 2° WIB 92) .

Dividenden die de overgenomen vennootschap betaalt aan de overnemende vennootschap zijn voor haar niet aftrekbaar (art. 185, §1 WIB 92) . Het verschil met een overname privé is echter dat op die dividenden geen rv ingehouden moet worden, wegens de zgn. moeder-dochtervrijstelling (art. 106, §6 KB/WIB 92) . De dividenden zijn ook niet belastbaar in de vennootschapsbelasting, omdat ze via de zgn. DBI-aftrek (art. 202 WIB 92) weer uit het belastbaar resultaat gehaald worden. Wanneer de overnemende vennootschap bestuurder wordt in de overgenomen vennootschap, kan de overgenomen vennootschap er bestuursvergoedingen aan betalen, die voor haar in principe aftrekbaar zijn en bij de overnemende vennootschap gewoon belastbare inkomsten zijn.

Wanneer de overgenomen vennootschap liquidatiereserves heeft, gelden de vrijstelling van rv en de dbi-aftrek ook voor dividenden uit die reserves. Dit betekent eigenlijk dat de afzonderlijke aanslag van 10% op de nettoliquidatiereserve die de overgenomen vennootschap betaald heeft een verloren kost is.

Meerwaarden op de latere verkoop van de aandelen zijn normaal gezien niet belastbaar voor de vennootschap, omdat in principe aan alle voorwaarden voor de vrijstelling (art. 192 WIB 92) voldaan zal zijn. Minderwaarden op de latere verkoop zijn niet aftrekbaar (art. 198 §1, 7° WIB 92) .

 

III.         Voorbeeld

Een aandeelhouder-bestuurder wilt aandelen overnemen en zou daarvoor een krediet aangaan van € 250.000 op 7 jaar. We veronderstellen voor de eenvoud eenzelfde interestvoet, nl. 4%, zowel voor een lening privé als voor een lening door uw vennootschap. De jaarlijkse aflossing bedraagt dan € 41.006,42 en in het eerste jaar is dit bedrag samengesteld uit € 31.581,23 terugbetaling van het kapitaal en € 9.425,19 interesten. We gaan er verder van uit dat de aandeelhouder -bestuurder reeds een groot loon opneemt uit zijn bestaande vennootschap en dat het tarief van de belastingen en sociale bijdragen op een extra loon uit de overgenomen vennootschap 60% bedraagt, en dat de overnemende vennootschap niet uitgesloten is van het verlaagd tarief, maar de overgenomen vennootschap wel. Tot slot nemen we aan dat op dividenden uit de overgenomen vennootschap 30% rv moet betaald worden. We bekijken welk bruto-inkomen er nodig is in de overgenomen vennootschap om aan de overnemer een loon of dividend toe te kennen dat volstaat om in het eerste jaar het kapitaalgedeelte van de aflossingen te betalen.

 

 

Overname privé

Eigen vennootschap neemt over

 

Loon

Dividend

Vergoeding

Dividend

 

Voor de overnemer

Te betalen bedrag

€ 31.581,23

€ 31.581,23

€ 31.581,23

€ 31.581,23

Belasting (60%/30%/20%/0%)

€ 47.371,85

€ 13.534,81

€ 7.895,31

€ 0,00

Nodig brutobedrag

€ 78.953,08

€ 45.116,05

€ 39.476,54

€ 31.581,23

 

Voor de overgenomen vennootschap

Nodige nettowinst

€ 78.953,08

€  45.116,05

€ 39.476,54

€ 31.581,23

Vennootschapsbelasting (25%)

-

€ 15.038,68

-

€ 10.527,08

Nodige belastbare winst

€ 78.953,08

€ 60.154,73

€ 39.476,54

€ 42.108,31

 

In het gegeven voorbeeld is de overname privé duidelijk veel duurder dan de overname met de eigen vennootschap van de aandeelhouder-bestuurder, zeker wanneer het kapitaal van de lening terugbetaald zou worden met loon uit de overgenomen vennootschap.  Het verschil tussen de twee situaties waarin de eigenvennootschap de aandelen overneemt, is een gevolg van het feit dat de overnemende vennootschap niet uitgesloten is van het verlaagd tarief. Was dat wel het geval, dan zou de nodige belastbare winst bij de overgenomen vennootschap ook € 42.108,31 bedragen.