Van wie kunt u een fiscale controle verwachten?

We geven een overzicht van de fiscale administraties die bevoegd zijn om een controle uit te voeren.

Van wie kunt u een fiscale controle verwachten?

1. Wie komt er controleren?

1.1. Wie is wie bij de fiscus?

Wanneer u documenten ontvangt van de fiscus, dan zijn die ondertekend door een of meerdere personen met een van de volgende graden: adviseur, attaché, fiscaal deskundige e.d. Die contactperso(o)n(en) noemt u dan meestal gewoonweg uw ‘controleur’. Tegenwoordig wordt er vaak via e-mail gecorrespondeerd.

U ziet op de correspondentie van de FOD Financiën direct welke dienst deze verstuurd heeft: hetzij een dienst controle (bv. een kmo-controle vennootschappen of een controle particulieren), hetzij een dienst beheer (bv. een kmo-beheer). Hun bevoegdheid is beperkt tot hun zgn. ambtsgebied.

1.1.1. Structuur binnen de fiscus

Binnen de fiscus is men geëvolueerd van een materiegerichte naar een klantgerichte organisatie. Zo is de FOD Financiën (AAFisc) momenteel opgedeeld in drie pijlers:

·         de Administratie Particulieren (P);

·         de Administratie Kleine en Middelgrote Ondernemingen (KMO);

·         de Administratie Grote Ondernemingen (GO).

 

Elke administratie P, KMO en GO wordt geleid door een administrateur. Binnen elke administratie P, KMO en GO bestaan er diverse centra per provincie. Elk centrum beschikt op haar beurt over afdelingen controle en expertise en over afdelingen beheer en dienstverlening. Deze structuur is sinds 1 juli 2016 doelgroepgericht en niet langer materiegericht (circ. AAFisc nr. 11/2016 (nr. ci. 704.998) en circ. AAFisc nr. 12/2016 (nr. ci. 704.999) van 05.04.2016).

Centra grote ondernemingen

De zeven centra grote ondernemingen zijn bevoegd voor de vennootschappen en rechtspersonen die kwalificeren als ‘grote onderneming’. Wordt gekwalificeerd als ‘grote onderneming’, de vennootschap die bij de afsluiting van het boekjaar ten minste twee van de volgende drempels overschrijdt:

·         jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50;

·         jaaromzet, exclusief btw: € 9.000.000;

·         balanstotaal: € 4.500.000.

Bepaalde vennootschappen en rechtspersonen worden automatisch als een grote onderneming aangemerkt, ongeacht hun omvang. Dat zijn de volgende vennootschappen en rechtspersonen voor zover zij vallen onder het toezicht van de Nationale Bank van België of de FSMA: financiële dienstengroepen (nieuw), kredietinstellingen, verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, genoteerde vennootschappen en beleggingsondernemingen naar Belgisch recht, beursvennootschappen, alsook de instellingen die bij de FOD Financiën ingeschreven zijn op de lijst van private privaks.

Ambtenaren van de Administratie Grote Ondernemingen kunnen ook controle doen van andere dan grote vennootschappen. Zo kan een ambtenaar verbonden aan een controlecentrum Grote Ondernemingen in het dossier van een kmo perfect een proces-verbaal opstellen (Antwerpen, 20.11.2019).

Centra kmo

De 14 centra kmo zijn bevoegd voor natuurlijke personen die ingeschreven zijn in de KBO en een actieve btw- of RSZ-werkgever-hoedanigheid hebben: rechtspersonen, verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid en btw-eenheden die geen grote ondernemingen zijn. De centra zijn bevoegd voor de controle inzake inkomstenbelastingen, btw, met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, diverse taksen (bv. verzekeringstaks) (met uitzondering van hun inning en invordering), de vestiging van deze belastingen en taksen, de behandeling van betwistingen, en de verdediging voor de verschillende rechtbanken en hoven.

Centra particulieren

De 13 centra particulieren zijn bevoegd voor loontrekkenden, gepensioneerden en bedrijfsleiders, alsook voor natuurlijke personen die ingeschreven zijn in de KBO, maar zonder actieve RSZ- of btw-hoedanigheid (bv. voor de verkoop van een onroerend goed met btw door een occasionele belastingplichtige) of met enkel een actieve RSZ-werkgever-hoedanigheid voor huispersoneel. De centra zijn bevoegd voor de controle inzake personenbelasting, roerende voorheffing en bedrijfsvoorheffing (met uitzondering van de inning en invordering), de vestiging van deze belastingen, de behandeling van betwistingen, en de verdediging voor de verschillende rechtbanken en hoven.

Polyvalente diensten

Het onderscheid tussen aparte controles btw en controles belastingen is verdwenen. Binnen elk controleteam werken ambtenaren gespecialiseerd in btw-materie en ambtenaren gespecialiseerd in inkomstenbelastingen. Het was initieel de bedoeling dat de controleurs op termijn polyvalente controles kunnen uitvoeren zowel inzake btw als inzake inkomstenbelastingen.

Maar aangezien het verwachte resultaat tegenviel, werd er afgestapt van de door de AAFisc beoogde polyvalentie van de ambtenaren.

De ambtenaren van de Administratie Kmo’s en de Administratie Grote Ondernemingen behouden hun specialisme. Als zij dat wensen, kunnen zij zich inschrijven voor opleidingen over de andere belasting. Op die manier kunnen ze bij het beheer van een dossier of een controle verbanden leggen en rechtzettingen uitvoeren voor beide belastingen in bepaalde afgebakende en welomschreven gevallen op het gebied van controle van de omzet. Bepaalde ambtenaren kunnen op vrijwillige basis opleidingen volgen om hun polyvalentie te verhogen (parl. vr. nr. 18327, 10.05.2017).

1.1.2. Wie doet wat?

Ieder centrum particulieren en centrum kmo beschikt over teams die zich uitsluitend bezighouden met het beheer en dienstverlening, teams die uitsluitend controles uitvoeren en teams expertise die zich ontfermen over bezwaarschriften en geschillen.

Beheersdiensten

De beheersdiensten zijn in feite de ‘dossierbeheerders’. Zij zijn verantwoordelijk voor het beheer van uw dossier (of van uw vennootschap): het verzamelen van uw aangiften, het bijhouden van een permanent dossier, het bijwerken van de fiscale tabellen e.d.

Controlediensten

Naast de beheersdiensten zijn er de controlediensten. Deze ambtenaren voeren de eigenlijke controles uit inzake belastingen en btw.

Diensten expertise

De diensten expertise houden zich bezig met de bezwaarschriften en geschillen voor de rechtbanken. Zij moeten ook de controlediensten ondersteunen door te antwoorden op hun inhoudelijke vragen.

1.1.3. Wie heeft er wat te zeggen in de controlediensten?

In de diverse centra vinden wij de volgende structuur terug. Het is belangrijk om een zicht te hebben op deze hiërarchie, zodat u weet tot wie u zich moet wenden bij problemen.

Adviseur

In een controledienst neemt een adviseur (de vroegere eerstaanwezend inspecteur) de leiding waar. Hij neemt dus de beslissingen op die dienst.

Attachés

Onder zijn bevoegdheid werken er een of meerdere attachés (een inspecteur van niveau A) en fiscaal deskundigen (dit zijn de ambtenaren van niveau B).

Ambtenaren van niveau C en D

Met ambtenaren van de lagere niveaus C en D krijgt u in principe niet rechtstreeks te maken. Zij vervullen louter ondersteunende of administratieve taken op de beheersdiensten.

Centrumdirecteur

Elk centrum (GO, KMO en P) heeft zijn eigen directeur. De centrumdirecteur is een adviseur-generaal (de gewestelijke directeurs). De centrumdirecteur is verantwoordelijk voor de organisatie van de verschillende teams binnen zijn centrum.

Administrateur

Aan het hoofd van iedere administratie (Administratie P, Administratie KMO en Administratie GO) staat een administrateur. Dit is de manager die verantwoordelijk is voor de volledige administratie.

Administrateur-generaal

Helemaal aan de top van de fiscus staat de administrateur-generaal.

De Administratie van Douane en Accijnzen staat de Btw-Administratie bij op het vlak van controle op het goederenverkeer.

 

1.2. Waar ‘woont’ uw controleur?

1.2.1. Hoe wordt er bepaald onder welk controlekantoor u valt?

Welke controledienst bevoegd is voor het beheer van uw dossier, wordt bepaald door de ligging van de maatschappelijke of de administratieve zetel van uw vennootschap of uw zaak. Bepalend is dus de plaats van waaruit uw onderneming beheerd of geleid wordt.

1.2.2. Welk tijdstip is daarvoor doorslaggevend?

Als u verhuist of als u de maatschappelijke zetel van uw vennootschap verplaatst, welke controleur is er dan bevoegd voor welk aanslagjaar? Hierbij maken we een onderscheid tussen zelfstandigen die onderworpen zijn aan de personenbelasting en vennootschappen die vallen onder de vennootschapsbelasting.

Tijdstip in de personenbelasting

Bepalend hier is de woonplaats. Alle belastingplichtigen die op 1 januari van het aanslagjaar in een bepaalde gemeente wonen, vallen onder dezelfde controledienst.

Voorbeeld 1

U bent zelfstandige. U verhuist op 28 december 2020 van Antwerpen (met een dure gemeentebelasting) naar het fiscaal vriendelijke Knokke. U valt dan onder het nieuwe controlekantoor. Het onmiddellijke gevolg is dat de adviseur in Knokke bevoegd is voor het nazicht van uw dossier voor aanslagjaar 2021 (inkomstenjaar 2020). Als de fiscus aanvullende aanslagen vestigt voor aanslagjaar 20209 en vorige, dan gebeurt de vestiging van deze aanslagen technisch gezien nog altijd in Antwerpen. Op deze aanvullende belastingaanslagen betaalt u dan wel nog het Antwerpse tarief van de gemeentebelasting.

Voorbeeld 2

Verhuist u pas naar Knokke op 2 januari 2021, dan blijft uw vertrouwde Antwerpse controleur nog bevoegd voor het nazicht van aanslagjaar 2020 en vorige.

Tip. Als u vóór het einde van het jaar wenst te verhuizen, meld u dan tijdig op de Bevolkingsdienst. Voorzie enkele dagen marge. Nadat u uw verhuis gemeld heeft, zal de plaatselijke politie immers langskomen om uw nieuwe woonplaats te bevestigen. De datum van dat politiebezoek is bepalend voor de aanpassing van het rijksregister en de Belastingen baseren zich op de gegevens van het rijksregister.

Tijdstip in de vennootschapsbelasting

Het controlekantoor waaronder uw vennootschap valt, wordt bepaald door de plaats waar de maatschappelijke zetel gevestigd is op de dag die volgt op de afsluitdatum van de balans van uw vennootschap. Deze plaats bepaalt dus welke ‘controle vennootschappen’ bevoegd is voor uw onderneming. Zowel inzake de directe belastingen als inzake de btw moet de ‘fiscale woonplaats’ van een vennootschap volgens de minister van Financiën overeenstemmen met de plaats van het ‘effectieve dagelijkse beheer’ van de vennootschap (instructie AOIF 82/2003, 09.12.2003).

Voorbeeld 1

Uw vennootschap (het boekjaar sluit af op 31 december) verplaatst haar maatschappelijke zetel van Turnhout naar Hasselt op 28 december 2020. De adviseur in Hasselt is dan bevoegd voor de afhandeling van aanslagjaar 2021 en volgende. De adviseur in Turnhout blijft bevoegd voor het nazicht en de vestiging van de belastingen van de aangiftes van de vorige aanslagjaren.

Voorbeeld 2

Wordt de zetel daarentegen pas verplaatst van Geel naar Hasselt op 3 januari 2021, dan blijft het kantoor in Geel bevoegd tot en met aanslagjaar 2021 (voor het nazicht en de vestiging van de belastingen).

Tip. Als u verhuist, kunt u dus van een onaangename controleur afkomen door uiterlijk op 31 december van het lopende kalenderjaar (als boekjaar = kalenderjaar) de maatschappelijke zetel van uw vennootschap te verplaatsen.

Let op! U kunt niet zomaar eventjes uw vennootschapszetel verplaatsen om zo in een ‘gemakkelijk’ of ‘onderbemand’ controlekantoor terecht te komen. Als blijkt dat de opgegeven maatschappelijke zetel eerder schijn dan werkelijkheid is, kunnen de bevoegde dienstleiders overeenkomen om het dossier over te maken aan de controle van de gemeente waarin de maatschappelijke zetel daadwerkelijk gevestigd is. Een papieren adres is dus niet voldoende om onder een andere controle te vallen.

Kunt u de maatschappelijke zetel van uw vennootschap vestigen op het adres van uw accountant of fiscaal adviseur?

Neen, om de simpele reden dat de onderneming normaal gezien nooit van daaruit beheerd en geleid wordt. Een lokalisatie op het adres van uw fiscaal raadgever of accountant is slechts aanvaardbaar in uitzonderlijke gevallen, nl. als uit het door de fiscus uitgevoerde onderzoek blijkt dat er geen enkele andere plaats of geen enkel ander adres in België voorhanden is als administratieve zetel.

Kunt u de maatschappelijke zetel van uw vennootschap vestigen op een louter brievenbusadres?

Dat is niet meer zo eenvoudig als vroeger. Ingevolge de wet van 29 maart 2018 (BS van 02.05.2019) moet wie een maatschappelijke zetel aan een onderneming of een rechtspersoon verschaft, zich verplicht bij de FOD Economie registreren als dienstverlener. Zonder registratie riskeert de adresverstrekker forse boetes. Met deze registratieplicht wil de wetgever zich ervan verzekeren da

t de zetels van gedomicilieerde ondernemingen effectief zijn en dat het adres bij de domiciliëringsonderneming geen gewone brievenbus is.

 

2. Hebben uw belastingcontroleur en uw btw-controleur dezelfde bevoegdheden?

De onderzoeksbevoegdheden bij een controle ter plaatse van de Directe Belastingen en de Btw zijn geharmoniseerd. Daardoor beschikt uw belastingcontroleur momenteel over dezelfde bevoegdheden als uw btw-controleur (wet houdende fiscale en diverse bepalingen, 19.05.2010).

 

2.1. Boeken en stukken onderzoeken

In het verleden mocht de btw-ambtenaar net iets meer dan zijn collega van de Belastingen. Door het wegwerken van het verschil in onderzoeksbevoegdheden tussen de Belastingen en de Btw bij een controle ter plaatse bestaat dat onderscheid niet meer. Zowel de btw- als de belastingcontroleur mag alle documenten die hij aantreft in uw beroepslokalen inkijken en onderzoeken, zonder dat hij u eerst uitdrukkelijk om toestemming moet vragen.

 

2.2. Proces-verbaal opstellen

Zowel btw- als belastingcontroleurs mogen een proces-verbaal opstellen. Daarin kunnen zij opzoekingen, verkregen inlichtingen, materiële vaststellingen van bepaalde feiten en aan hen afgelegde verklaringen optekenen.

Het proces-verbaal wordt vooral gebruikt voor het vaststellen van feiten en inbreuken die een vluchtig karakter hebben, zoals het aantal personeelsleden, de weigering om de boeken voor te leggen, de weigering om inlichtingen te verstrekken, enz. of voor het vastleggen van mondelinge verklaringen.

 

Heeft een proces-verbaal een bijzondere bewijskracht?

Het proces-verbaal geniet een bijzondere bewijskracht (art. 340 WIB 92). Als de vaststellingen daarin nauwkeurig en uitvoerig beschreven zijn, levert een correct proces-verbaal het bewijs op van de juistheid en de echtheid van de erin opgenomen inlichtingen. U moet dan het tegendeel bewijzen aan de hand van positieve en controleerbare gegevens. U moet nl. zelf kunnen aantonen dat wat erin staat niet correct is. Het spreekt voor zich dat dit niet zo eenvoudig is...

 

Wanneer is het proces-verbaal ongeldig?

Een proces-verbaal moet ondertekend zijn. Ontbreekt de handtekening van de ambtenaar, dan is het proces-verbaal nietig. De rechter heeft trouwens bevestigd dat een niet-ondertekend pv geen bijzondere bewijskracht heeft (Antwerpen, 29.03.2011). Krijgt u dus van uw controleur zo’n proces-verbaal voorgeschoteld, check dan zeker of het wel ondertekend is door uw controleur.

Een proces-verbaal moet ook opgemaakt worden door een beëdigd controleur. D.w.z. dat de ambtenaar die een proces-verbaal opmaakt, de ‘eed van het Rijkspersoneel’ afgelegd moet hebben (Btw-Handleiding, nr. 591).

Heeft de ambtenaar die eed (nog) niet afgelegd, dan heeft het proces-verbaal geen bijzondere bewijskracht en is het ongeldig. Informeer dus altijd of uw controleur zijn eed wel afgelegd heeft. Zeker bij vrij jonge controleurs is dat immers nog lang niet altijd het geval.

 

2.3. Kunt u een afzonderlijk akkoord sluiten met de Btw en de Belastingen?

Het is jammer genoeg niet mogelijk om met de btw-ambtenaar (die u meent ‘aan uw kant’ te hebben) een apart akkoord te sluiten dat enkel geldt voor de btw en op die manier de belastingambtenaar buitenspel te zetten. De ambtenaren btw en belastingen behoren immers tot dezelfde familie.

Voor gemeenschappelijke materies zoals omzet, voordelen alle aard, verdeelsleutels bij beroepskosten e.d. zijn de akkoorden geldig voor de beide takken van het belastingrecht (inkomstenbelastingen en Btw).

U kunt wel met een van de controleurs een akkoord sluiten over een bepaalde materie die ofwel enkel gevolgen heeft voor de belastingen, ofwel enkel btw-implicaties veroorzaakt.

 

Voorbeeld

Met de btw-controleur komt u overeen dat u 75% van de betaalde btw op gemengd gebruikte roerende goederen in aftrek kunt brengen. De belastingcontroleur hoeft dan niet per se 75% van de ingebrachte kosten te aanvaarden. Als het werkelijke beroepsgebruik lager ligt, dan zijn de kosten fiscaal aftrekbaar tegen dat lagere percentage.

Laat de champagne dus nog niet knallen wanneer een van de twee controleurs zogezegd klaar is met zijn job. De controle is dan immers nog niet gedaan. Als bv. de belastingcontroleur ijverig voortwerkt en nog allerlei zaken aan het licht brengt met gevolgen op btw-vlak, dan zal zijn btw-collega het niet nalaten om een aanvullende rechtzetting te doen. U wacht het best tot beide controleurs hun werk gedaan hebben, dan kunt u onderhandelen over het geheel.

 

Kan een akkoord herzien worden?

Ja. Wanneer de belastingcontroleur een ‘ontdekking’ doet, kan de btw-collega een zgn. vergissing in feite naar voren schuiven als verantwoording voor zijn aanvullende rechtzetting. Zolang hij niet terugkomt op zaken waarover er expliciet een akkoord gesloten werd, is daar weinig tegenin te brengen. Gelukkig gebeurt dit niet zo vaak.

Voorbeeld

De belastingcontroleur verhoogt uw omzet. Hij kan bewijzen dat u een stuk omzet vergeten aan te geven bent. Op dat ogenblik zal de btw-controleur op zijn beurt de hierop verschuldigde btw aanrekenen.

 

3. De fiscale opsporingsdiensten

 

3.1. Wie of wat is dat?

De fiscale opsporingsdiensten (de vroegere NOD of Nationale Opsporingsdirectie) zijn geïntegreerd in het Nationaal Centrum Opsporingen (NCO) dat behoort tot de Administratie Particulieren van de AAFisc. Dat bestaat uit een afdeling Opsporingen, die de traditionele, fysieke opsporingen doet en een afdeling E-audit die digitale gegevens analyseert.

De NCO-medewerkers werden ofwel toegewezen aan de afdeling Opsporingen die instaat voor de traditionele, fysieke opsporingen, ofwel toegewezen aan de afdeling E-audit die het capteren en analyseren van digitale gegevens als kerntaak heeft.

Het NCO is organisatorisch als volgt gestructureerd: een centrumdirectie in Brussel, een afdeling Opsporingen gespreid over 25 teams op 15 locaties en een afdeling E-audit gespreid over zeven teams op zeven locaties.

De opsporingsagenten zijn niet bepaald de elitetroepen van de fiscus. Meestal gaat het om lagere belastingambtenaren (niveau C en D) met een vrij hoge gemiddelde leeftijd (54 jaar bij de afdeling Opsporingen). Voor de afdeling E-audit zijn vooral informaticatechnische competenties vereist.

In tegenstelling tot vroeger worden de opsporingstaken nu voornamelijk centraal aangestuurd via service level agreements (SLA’s) tussen het NCO en de andere fiscale administraties. Die maken het mogelijk om gericht te werk te gaan, rekening houdend met vastgestelde risico’s en fraudemechanismen.

 

3.2. Doen zij iets anders dan een gewone controleur?

In essentie bestaat de kerntaak van de opsporingsdiensten uit een documentatieopdracht voor de controle- en invorderingsdiensten. Ze doen daartoe observaties en plaatsbezoeken bij de belastingplichtigen, waarvan ze een proces-verbaal met hun feitelijke vaststellingen opmaken. De taken die de ambtenaren van de opsporingsdiensten uitvoeren, zijn dus eerder routineklussen. Ze nemen prijslijsten op, ze bekijken het kas- en dagontvangstenboek, ze tellen uw aanwezige voorraad, ze doen inzage in de agenda van kappers, ze tellen hoeveel klanten er op bepaalde dagen bij u over de vloer komen, ze kijken of u wel btw-bonnetjes uitreikt wanneer u een restaurant heeft, enz.

Er wordt van hen een zekere discretie ten opzichte van bv. uw klanten verwacht. Uiteraard mogen zij wel inzage vragen in al wat rechtstreeks te maken heeft met de boekhouding van uw onderneming.

Uiteindelijk maken de opsporingsagenten een proces-verbaal op dat ze vervolgens doorsturen naar uw controleur. Die doet daarmee wat hij wil, hij kan er dus evengoed geen gevolg aan geven.

Het aantal klanten dat bij u op een bepaalde dag over de vloer gekomen is, is een vaststelling voor die welbepaalde dag. Dat zegt niets over het totale aantal klanten dat u over een volledig jaar over de vloer krijgt. Ze mogen die vaststelling dus niet zomaar extrapoleren naar een volledig jaar. Vaak doen ze dus vaststellingen waar de controleur weinig mee kan aanvangen.

Bent u het niet eens met de inhoud van het proces-verbaal, reageer dan snel. Stilzwijgen kan immers aanzien worden als ‘instemmen’.

 

3.3. Mogen zij iets anders doen dan wat een gewone controleur doet?

Neen! De lokale opsporingsagenten mogen niets méér doen dan wat een gewone belastingcontroleur doet. Zo mogen zij bv. uw privélokalen niet betreden en moeten zij u een bezoek brengen tijdens uw normale openingsuren.

Zij mogen zich ook niet achter uw pc zetten en grasduinen in uw bestanden, u doet dit dus voor hen. Zij mogen ook niet eigenhandig uw kas tellen, maar moeten aan u vragen of u dit wilt doen.

 

3.4. Wordt u gezocht en moet u bang zijn voor die soms vrij agressieve mannen?

De lokale opsporingsagenten gaan meestal gewoon op stap. Dit gebeurt deels op eigen initiatief. De controlecentra kunnen hen ook vragen om op pad te gaan, voorafgaandelijk aan een controle, om bepaalde vaststellingen te doen waarmee de controleur nadien iets kan doen.

Weet dus dat hun komst mogelijk de voorbereiding van een toekomstige controle is. Zoek er echter niet al te veel achter, want vaak proberen ze enkel om iets te vinden waarmee ze u achteraf kunnen ‘pakken’.

 

Wat kunt u doen als ze grof zijn tegen u?

Vraag steeds of u het aanstellingsbewijs van deze ambtenaren mag zien. U treft op de keerzijde daarvan steeds een foto aan met de naam en de graad van de betreffende ambtenaar. Noteer deze gegevens. Bij te grof gedrag kunt u dan steeds overwegen om een klacht in te dienen bij de adviseur-generaal (de vroegere gewestelijk directeur).

 

4. De Bijzondere Belastinginspectie (BBI)

 

4.1. Wanneer kunt u de BBI over de vloer krijgen en betekent dat dan per definitie slecht nieuws voor u persoonlijk?

De BBI-diensten hebben als opdracht de grote georganiseerde fraude te bestrijden.

De Bijzondere Belastinginspectie kan op eigen initiatief een onderzoek openen, maar kan ook overgaan tot actie op basis van fraudeaanwijzingen die haar aangereikt worden door magistraten van het Openbaar Ministerie, zusteradministraties, andere ministeriële departementen, buitenlandse fiscale administraties, ingediende klachten e.d.

Als u deze mensen op bezoek krijgt, heeft u wel een reden tot ongerustheid. Belangrijk om te weten is dat de BBI-ambtenaren meestal goed opgeleid zijn en met kennis van zaken spreken.

Dat uw dossier door de BBI geselecteerd werd, wil zeggen dat men over elementen beschikt die wijzen in de richting van fraude en onregelmatigheden.

 

Soms zoeken ze anderen via u!

Een bezoek van de BBI betekent niet per definitie alleen slecht nieuws voor uzelf.

Een bijzondere categorie fraudedossiers zijn de zogenaamde uitlopers van één moederdossier, waarbij verschillende belastingplichtigen betrokken zijn die eenzelfde frauduleuze praktijk hebben begaan. Verkopen in het zwart door groothandelaars aan verschillende professionele klanten en boekhoudsystemen waarmee inkomsten verborgen gehouden kunnen worden, zijn schoolvoorbeelden van dergelijke uitlopers. Van deze dossiers behandelt de BBI één zaak als prototype. De buitendiensten werken de andere dossiers in het systeem af waarbij ze taxeren en sanctioneren conform het prototype.

Voorbeeld

De BBI onderzoekt een welbepaalde groothandel (bv. mosselhandelaars) om met de daar ingewonnen informatie de betrokken kleinhandelaars (dus restaurants, zijnde de klanten van die groothandel) aan te pakken. Aan de hand van de niet-geboekte verkopen bij de groothandel, ziet de BBI nl. welke kleinhandelaars daar in het zwart aangekocht hebben en kan ze nagaan hoeveel niet-aangegeven verkopen die kleinhandelaars gerealiseerd hebben.

Tip. Laat u bij een BBI-controle op dat moment deskundig omringen door een goede fiscalist en/of door een vakkundig advocaat. De BBI-ambtenaren zijn nl. niet van gisteren en proberen u er soms in te luizen.

Blijf correct en afstandelijk, maar ken uw rechten. Verklaar geen dingen waarvan u later spijt zal hebben. Onthoud de klassieker “spreken is zilver, maar zwijgen is goud”.

 

4.2. Mag de BBI meer doen dan een gewone controleur?

In principe beschikken de BBI-ambtenaren over dezelfde controlebevoegdheden als een gewone belastingcontroleur. Ze zijn echter niet regionaal gebonden. De BBI is bevoegd om de fiscale toestand te onderzoeken van alle belastingplichtigen, verspreid over het volledige Belgische grondgebied.

 

4.3. Voor welk soort belastingen is de BBI bevoegd?

Specifiek voor de BBI is dat deze dienst meerdere belastingtakken kan controleren en op het volledige grondgebied kan opereren. De BBI is dus bevoegd voor alle belastingen en taksen die de federale overheid vestigt, controleert of int (dus zowel de directe belastingen, de btw als douane en accijnzen). Tegenwoordig volgt de BBI zelfs planningstechnieken inzake successierechten, schenkbelasting, erfbelasting e.d. Daarvoor specialiseren bepaalde ambtenaren zich in deze materies en zijn zij aanspreekpunten ten opzichte van de regionale administraties.

Structureel gezien zijn de buitendiensten van de BBl ingedeeld in (1) inspecties die gespecialiseerd zijn in inkomstenbelastingen en (2) inspecties die gespecialiseerd zijn in btw-aangelegenheden.

 

4.4. Wat heeft de BBI met het gerecht te maken?

De BBI is de bevoorrechte gesprekspartner van de gerechtelijke overheden. Die samenwerking is strikt geregeld door het zgn. charter van de belastingplichtige (via de wet van 04.08.1986).

Zo mogen de BBI-ambtenaren niet deelnemen aan huiszoekingen en ondervragingen door het parket. Zij mogen wel als getuige opgeroepen worden (art. 74 en 74bis W.Btw).

Momenteel is een beperkt aantal BBl-ambtenaren gedetacheerd naar de parketten van de procureur des Konings om de financiële sectie van het parket bij te staan in de strijd tegen de fiscale fraude.

De BBI geeft echter niet al haar dossiers door aan het parket en het parket vervolgt ook niet alle dossiers die de BBI doorspeelt. U vliegt dus niet zomaar de gevangenis in als u de BBI op uw dak krijgt.

 

5. Kunt u ergens een klacht indienen wanneer uw controleur het te bont maakt?

 

5.1. Bij wie kunt u een klacht indienen?

U kunt een klacht indienen als een ambtenaar doelbewust te veel belastingen heft of int. In dat geval maakt hij zich immers schuldig aan ‘knevelarij’. Dit is een misdrijf dat bestraft kan worden met een geldboete en zelfs een gevangenisstraf.

Heeft u een controleur die over de schreef gaat, dan kunt u dit melden aan de BIC (dienst Bijstand en Interne Controle) op het volgende adres:

Centrale Administratie AAFisc – ‘Cel BIC’ – North Galaxy, Koning Albert II-laan 33, bus 70, 1030 Brussel.

Elke klacht – zelfs een anonieme – wordt ernstig genomen.

Tip. Gebruik dit kanaal enkel uitzonderlijk. U maakt zich hiermee immers niet geliefd bij de lokale ambtenaren van de dienst Financiën.

Uiteraard gaat dit heel ver en deze methode wordt dan ook slechts uitzonderlijk toegepast in zeer extreme gevallen. Het is dus niet omdat u niet akkoord gaat met uw belastingaanslag dat u uw controleur kunt aanklagen wegens knevelarij.

 

5.2. Wat doet de dienst Bijstand en Interne Controle precies?

De afkorting BIC staat voor ‘cel voor Bijstand en Interne Controle’. De BIC controleert het werk van uw controleur. Er is dus ook een dienst van de fiscus die niet de belastingplichtige, maar de belastingambtenaren zelf ‘ambeteert’.

Bij de centrale administratie is er een rondreizende auditeur-generaal die de buitendiensten bezoekt. Zijn er klachten over een bepaalde controledienst (de controle is te zwak, het gaat er chaotisch aan toe, de leiding is incompetent, ...), dan zal deze auditeur-generaal er een ambtenaar van de BIC op afsturen.

De BIC stelt zich als interne controledienst veel afstandelijker op en daar is uw controleur dus wél bang voor...

 

6. Kunt u een andere controleur eisen omdat u zich geviseerd voelt?

Officieel kan dat niet. U kunt m.a.w. niet om een andere controleur vragen als u niet ‘tevreden’ zou zijn.

U kunt wel eens bellen naar de chef van het controlekantoor om te zeggen dat u wat problemen heeft met een bepaalde controleur. Elk diensthoofd kent immers zelf ook zijn ‘moeilijke gevallen’. Als u net met een van hen te maken krijgt, is de kans groot dat zijn chef hem even tot de orde roept. De kans dat een andere controleur uw dossier zal overnemen, is echter klein, maar u kunt wel vragen dat er voortaan bv. een (meer neutrale) collega mee op controle komt.

In een circulaire geeft de fiscus een aantal richtlijnen in verband met de relatie met de belastingplichtige (Ci.RH. 81/548.628, 29.07.2002). Hierin wordt o.m. gezegd dat de controleurs erop moeten letten dat ze in alle omstandigheden beleefd en hoffelijk blijven en dat er niet meer tijd aan een controle besteed mag worden dan noodzakelijk is. U kunt een onredelijke controleur hier dus gerust op wijzen.

 

7. Hoe gaat u om met uw controleur?

7.1. Zal hij minder vaak langskomen als u ‘goede vriendjes’ bent?

Goede relaties met de fiscus zijn altijd nuttig, maar ze hebben aan belang ingeboet. Dit komt door de nieuwe organisatie binnen de FOD Financiën.

Voorheen beheerde een dienstleider de dossiers van een bepaalde regio of sector. Op basis van zijn jarenlange ervaring (hij kende zijn pappenheimers immers) selecteerde hij de grondig te controleren dossiers.

Nu worden de te controleren dossiers geselecteerd op basis van criteria waarop hij geen vat meer heeft. Op een goed blaadje staan bij uw adviseur-dienstleider heeft dan ook serieus aan belang ingeboet.

7.2. Kunt u hem bij een controle van uw bedrijf ergens in een donker hokje zetten in de hoop dat hij snel weer vertrekt?

Heeft u echt geen tijd, stel dan voor dat de ambtenaar een aparte ruimte benut waarin hij, voorzien van de nodige documenten, zijn werkzaamheden kan uitvoeren. Blijf dan wel te allen tijde ter beschikking voor toelichtingen.

Komt uw controleur op bezoek, biedt hem/haar dan toch maar beter een comfortabele werkplek aan. Laat uw controleur niet achter in een ijskoud lokaal in de hoop dat hij na een uurtje vertrekt. Onder zulke omstandigheden zal hij wellicht wel vertrekken, maar hij zal ook geprikkeld terugkomen en ‘revanche’ willen nemen...

Serveer hem bij aanvang van de controle gerust een kopje koffie of een glaasje frisdrank. Dat kost u nauwelijks iets en dat breekt het ijs...

Tegenwoordig wordt een groot deel van het controlewerk op voorhand gedaan omdat de controleur vaak ellenlange vragenlijsten bezorgt aan uw boekhouder via e-mail. Dat beperkt de tijd dat de controleur ter plaatse zit.

 

7.3. Welke gevaren zijn er verbonden aan een ‘gezellige babbel’ over uw zaak of privéleven?

Wees vriendelijk, maar overdrijf niet. Een ambtenaar wordt graag behandeld als een respectabele burger en niet als de een of andere boeman die u komt lastigvallen. Voelt u het toch zo aan, laat dat dan vooral niet merken.

 

Praat niet te veel over uw zaak

Sta de ambtenaar vriendelijk te woord, maar praat niet te veel. De controleur krijgt dan bv. inzicht in uw kostenstructuur en dat zou hem weleens op verkeerde ideeën kunnen brengen (bv. een theoretische narekening van de omzet).

U neemt beter een houding aan in de zin van: “Ik doe de ‘commerce’, maar het papierwerk laat ik over aan mijn echtgeno(o)t(e) of aan mijn boekhouder...”. Op die manier heeft u ineens een excuus om niet te veel te praten (zonder onvriendelijk te lijken) en geeft u aan waarom u op bepaalde vragen niet direct kunt antwoorden...

 

Praat zeker niet over uw privéleven

Wees niet alleen zwijgzaam over uw zaak, maar ook over uw privéleven. Zwijg dus in alle talen over uw dure hobby, uw dure reis naar de Caraïben, uw privéwagen, uw zeilboot, uw lidmaatschap in de golfclub, uw veelvuldige restaurantbezoeken (waarvan u de bonnetjes niet ingebracht heeft omdat ze op een zondag plaatsvonden) e.d. Dat wekt nl. ongetwijfeld argwaan op (“Hoe kunt u dat allemaal betalen?”).

Verplaats u dus zo veel mogelijk in de leefwereld van diegene die tegenover u zit en maak geen slapende honden wakker!

 

7.4. Gaat u ’s middags eten met uw controleur?

In het verleden kon u een controleur ‘neutraliseren’ door met hem een volledige namiddag gastronomisch te tafelen in een sterrenrestaurant. Dat behoort tot het verleden. De FOD Financiën verbiedt immers expliciet dat haar personeelsleden of medewerkers ingaan op “uitnodigingen voor maaltijden op kosten van derden met wie ze besprekingen of onderhandelingen voeren in het kader van een controleonderzoek” (leidraad bij het deontologisch kader van 17.08.2007).

Aan een ambtenaar die ter plaatse bij uw bedrijf een controle uitvoert, kunt u uiteraard wel nog gerust vragen wat hij tijdens de middag wenst te doen en hem bv. een belegd broodje of een eenvoudige maaltijd in het bedrijfsrestaurant aanbieden. Een uitnodiging voor ‘een snelle zakenlunch’ buitenshuis zal de controleur wellicht afslaan, tenzij hij nog behoort tot de ‘oude’ generatie die was opgegroeid met ‘gaan eten bij controles’. Die ‘ambtenaren van de oude stempel’ durven nog weleens de voetjes onder tafel te schuiven, al was het maar uit nostalgie…

De jonge generatie controleurs hecht meer belang aan de verhouding werk en gezin. Vaak werken zij bij voorkeur door tijdens de middag tot pakweg 14 u. zonder al te veel pauze te nemen en vertrekken ze dan tijdig.